Het laatste voorjaar – Minke Douwesz

18 juni 2023 lazen we “Het laatste voorjaar” van Minke Douwesz

Een heldin om van te houden!
Een bijzondere bespreking omdat we vooraf tien vragen aan Minke Douwesz konden stellen en beantwoord kregen.
“Iedereen moet in verzet en in actie komen, oud en jong”

 


Minke Douwesz geeft de Nederlandse literatuur een heldin om van te houden ★★★★☆

Met een scherpe pen en veel verbeeldingskracht beschrijft Minke Douwesz hoe een vrouw van middelbare leeftijd alles achter zich laat om naar de Krim te fietsen.

Volkskrant / 23 februari 2023 / Evelien van Veen / recensie

www.volkskrant.nl/boeken


In een cocon van onaantastbaarheid fietst ze naar de Krim

Met Het laatste voorjaar slaat ze weer net een andere weg in – om te beginnen is de omvang van ruim driehonderd bladzijden ditmaal vrij conventioneel. Belangrijker is dat de spanning ‘m nu niet hoofdzakelijk tussen personages onderling zit, maar in de verhouding van het personage tot de wereld die haar omringt.

NRC Thomas de Veen 16 feb 2023

 

Recensie: Minke Douwesz – Het laatste voorjaar


Minke Douwesz: ‘Ik voorzie veel ellende. Maar ik vind het zelf ook een grappig boek’

 / Interview / Katja de Bruin

www.vprogids.nl/boeken

… Maar ook een vrouw die troost vindt in films, muziek en literatuur, en die op vrijdagavond de VPRO Gids leest. ‘De VPRO Gids lezen, dat is het hoogtepunt van de week’, zegt Douwesz zonder een spoortje ironie. ‘Echt waar. Ik zal je eerlijk zeggen: als de VPRO er niet meer zou zijn, zou ik niet meer in Nederland kunnen wonen.


Trouw 19 februari 2023 / Schrijversinterview / Jann Ruyters

Minke Douwesz: ‘Ik hoop niet dat literatuur vooral iets van vrouwen wordt’

Na veertien jaar stilte verschijnt er een nieuwe roman van Minke Douwesz. Over vijftiger Ese en hoe ze uit de tijd valt. ‘Als kind leer je eigenlijk een oudere versie van hoe de wereld in elkaar zit, want die komt van je ouders.’

Minke Douwesz is terug. Deze week verscheen haar nieuwe roman: Het laatste voorjaar. Misschien dat u nu denkt: Minke Douwesz? In de jaren nul verwierf deze Nederlandse auteur een enthousiast lezerspubliek met twee gedetailleerde, dikke romans. Precies hyperrealisme van het type Han Voskuil en Frida Vogels, net als zij uitgegeven door Van Oorschot. In 2003 verscheen Strikt, een nauwgezette rapportage van een jaar uit het leven van psychiater Idske Wolters die een hartstochtelijke liefde opvat voor de heteroseksuele celliste Judith, een liefde die meer dan 800 bladzijden nodig heeft om van de grond te komen. In 2009 verscheen Douwesz’ tweede roman: het vechtscheidingsepos Weg. Gynaecoloog Edith wil scheiden van dierenactivist Norma, maar Norma weigert te vertrekken. Ze laat zich niet ‘als een vuilniszak aan de kant van de weg zetten’. Werd Strikt nog wat ambivalent ontvangen, Weg kreeg enthousiaste recensies, werd bekroond met de Anna Bijns- en de Opzij Literatuurprijs, maar daarna verdween de auteur uit beeld.

Het bleef zo lang stil rond Minke Douwesz, dat sommige lezers dachten dat een in 2011 in Tirade gepubliceerd fictief in memoriam over haar echt was. Dat de schrijver was verongelukt op een winterse nacht, ‘in ‘barre omstandigheden die in een verhaal van de door haar bewonderde Tsjechov niet hadden misstaan’. In feite was ze een van vele auteurs die op verzoek hun eigen necrologie schreven. Douwesz is blij dat ze dat fake nieuws eindelijk in levenden lijve recht kan zetten, zegt ze in reactie op het interviewverzoek. “Dat stuk staat erg hoog als je mijn naam googelt. Ik wil geen deel worden van een complottheorie. Ik hoop dat het nu wat naar beneden gaat zakken.”

Nu is het niet zo dat de schrijver al die jaren achter haar laptop over een volgende roman heeft zitten peinzen. Minke Douwesz (een pseudoniem) werkt vier dagen per week als psychiater en deed na de verschijning van Weg wetenschappelijk onderzoek naar het verband tussen eetstoornissen en onveilige gehechtheid, een onderzoek waarop ze in 2018 promoveerde. “Ik had ook even niks te melden, ik werkte heel hard”, vertelt ze nu op een zonnige ochtend in het café van de Verkadefabriek in Den Bosch, een halfuur fietsen van het dorp waar ze woont met haar kat. De schrijver is wat op haar hoede. Ze is niet zo dol op interviews, meldt ze desgevraagd, ze heeft het in het verleden ook weleens afgehouden. “Maar de uitgever wil graag dat je het doet. En ik ben ook wat ouder geworden dus ik kan er beter tegen, denk ik.”

Het laatste voorjaar gaat over Ese, lerares Duits op een middelbare school, consciëntieus, bescheiden, een vrouw die ‘houdt van romans en van idealisten die zich terugtrekken in de natuur’. Ese heeft hart voor het onderwijs, voor de natuur, vogels kijken, wandelen, de ­poëzie van Rilke en de boeken van Tsjechov, Paustovski. Een vrouw ‘als een Friese staartklok’, zo staat er ergens, die ‘eenmaal aangeslingerd gestaag in hetzelfde ritme voortbeweegt’.

Maar nu niet meer. Ging Strikt over nieuwe liefde, en Weg over de teloorgang ervan, Het laatste voorjaar gaat over rouw, over verlies van veerkracht. Als het boek begint is het 2019 en heeft Ese van de ene op de andere dag haar baan opgezegd. Ze is op de fiets gestapt om in haar eentje via Berlijn naar Jalta te fietsen, naar het huis van Tsjechov aan de Zwarte Zee. De meestal zo gelijkmatige Ese voelt zich ‘een losgeraakt deeltje voortgeblazen door de wind’. Wat is er aan de hand? Dat wordt langzaam onthuld: de grote en kleinere veranderingen in Ese’s leven (beschadigde heup, conflict met de nieuwe manager op school, verlies van vriendin), de crises in de wereld om haar heen, en hoe ze Ese raken. Prachtig hoe de auteur de fietstocht vervolgens een wending geeft die dit leven ook weer uit die alledaagsheid optilt, hoe Ese’s lot iets over het onze zegt.

Wat was het begin van deze roman?
“Het begin was wat ze meemaakt met het nieuwe project op het werk. Ik maakte zoiets mee op mijn werk binnen de ggz. Het idee dat allerlei randverschijnselen heel belangrijk worden gemaakt, dat het echte werk – goed onderwijs geven, mensen behandelen – wordt overschaduwd door mensen wier werk het is om processen te managen. Die mensen moeten iets te doen hebben dus die bedenken allerlei projecten waar je als werknemer niet zoveel aan hebt. Op mijn werk startte op gegeven moment een ‘project’ om het aantal suïcides in Brabant terug te brengen tot nul. Mooie wens maar dat kan de ggz helemaal niet voor elkaar krijgen. In het onderwijs speelt iets vergelijkbaars.”

Meer dan in uw vorige romans is Ese die veranderingen in de samenleving aan het duiden. Is dat het ouder worden?
“Klopt. Het gaat ook meer over haar ouders. De vraag: hoe ben ik opgevoed? Deze vrouw wordt door alles wat er in haar leven gebeurt uit de groef gewipt waar ze in zit. Dan ga je toch nadenken: wat is me overkomen, heeft dat met mezelf te maken? Als kind leer je eigenlijk een oudere versie van hoe de wereld in elkaar zit, want die komt van je ouders. En dan ontdek je dat de wereld intussen veranderd is, daar moet je je toe verhouden.”

Dat lukt haar niet goed.
“Omdat ze depressief is, ze ziet alles heel somber in. Eerder bedacht ik dat het boek over verlies en verandering zou gaan, maar al schrijvend proefde ik: dit boek gaat ook over rouw. Dat de wereld die je kent weg is.”

Is Ese een oudere versie van Idske en Edith, de hoofdpersonen in uw vorige romans?
“Het zijn alle drie personages waarin een deel van mezelf naar voren komt. Ze lijkt een beetje op mij. Ese wil een goede bijdrage leveren aan het geheel, ze is precies. Dat wordt steeds lastiger voor haar.”

Haar achtergrond wordt helder getekend. Doopsgezind: je eigen oordeel vormen, niet brutaal zijn. Is dat ook uw achtergrond?
“Ja. Pacifisme, eigenzinnigheid, sociale rechtvaardigheid, dat heb ik meegekregen. Ik ben vrijzinnig protestants opgevoed. We gingen naar de kerk en naar zondagsschool.”

Ese leeft sober. Ze wil een rijstkorrel niet wegspoelen omdat hij dan zijn bestemming mist. Dat herkent u?
“Ja, dat herken ik wel. Dat is iets boeddhistisch. Boeddhisten zetten ook wormpjes over als ze een weg oversteken. Een rijstkorrel leeft niet meer maar is ook onderdeel van de natuur.”

Dat ze naar Oekraïne fietst, dat was vanaf het begin het plan?
“Ja, ik schreef alle drie de romans vanuit een idee van het einde. In dit geval: iemand zegt haar baan op en wil naar het huis van Tsjechov fietsen. Dat bedacht ik in 2014. Later heeft Rusland de Krim geannexeerd, maar het huis van Tsjechov staat nu eenmaal in Jalta dus ik heb het zo gelaten. Terwijl ik al aan het schrijven was, brak de oorlog uit.”

U bent zelf nooit in Oekraïne geweest?
“Nee, ik heb landkaarten erbij gehaald, berekeningen gemaakt. Een reisgids gelezen over een fietstocht van Arnhem naar Berlijn. Het moest realistisch zijn maar het gaat over iemand die erg in zichzelf gekeerd is, dus ze is niet heel opmerkzaam, de vogeltjes ziet ze, de lelijkheid vooral. Toen het boek al bijna af was tipte een jong mens me dat ik op Google Street View kon kijken, dus daar ben ik ook nog beland.”

Dat je de oorlog nu in het hoofd hebt als lezer werkt goed. Het versterkt Ese’s verlorenheid.
“Het gaat me erom – en dat is voor ons mensen moeilijk te aanvaarden – dat je nog zo sensitief kan zijn en kennis in je hoofd kan hebben, maar dat dat door bruut geweld of ziekte zomaar verloren kan gaan.”

Uw boeken verschijnen bij Van Oorschot en zijn in realisme en gedetailleerdheid vergeleken met die van Voskuil en Frida Vogels. Hoe kwam u bij die vorm?
“Mijn schrijven heeft veel te maken met mijn werk, denk ik. Zoals ik personages presenteer aan de lezers is in feite zoals een patiënt zich aan een psychotherapeut presenteert. De lezer gaat ze leren kennen en moet er dan zelf iets over bedenken. Ik ga het er niet allemaal aan hangen. Ik merk dat lezers van mijn boeken dat ook fijn vinden, dat ze de hoofdpersoon een tijd in hun leven meenemen. Maar goed, ik kan erg onder de indruk raken van schrijvers die een heel andere manier van schrijven hebben. Je wordt toch ook beperkt door de vorm die je zelf hebt.”

Ese fietst naar Tsjechov. Voelt u zich verwant met hem?
“Tsjechov kijkt echt naar mensen, met een liefdevolle blik, niet oordelend. Hij was dokter, tot twee jaar voor zijn dood niet gehuwd, geen kinderen. Zijn toneelstukken zijn erg goed, de discussies die erin plaatsvinden kunnen nu nog gevoerd worden. Hij was een goed mens, een rolmodel, als dokter en als schrijver. Zijn verhalen gaan vaak over hoe je moet leven.”

U kreeg voor ‘Weg’ de Anna Bijns Prijs, een prijs speciaal voor vrouwelijke auteurs. Daar reageerde u kritisch op.
“Ik reageerde niet kritisch op de Anna Bijns Prijs maar op een artikel waarin mijn boeken lesbische literatuur werden genoemd. Dat vond ik vreemd. De boeken van Arnon Grunberg gaan vaak over Joodse mensen, maar dat worden geen Joodse romans genoemd. Zo’n kwalificatie zet het werk ook een beetje weg: oh, je hebt ook nog Minke Douwesz, die hoef je alleen maar te lezen als je daarin geïnteresseerd bent. Dat is natuurlijk niet zo.”

Sinds de verschijning van ‘Weg’ is er veel veranderd. De Anna Bijns prijs is opgeheven. Vorig jaar wonnen vrouwelijke auteurs de grote literaire prijzen. Wat vindt u daarvan?
“Het is mooi dat er meer waardering is, dat er meer boeken zijn met een queer personage die goed in de smaak vallen. Aan de andere kant bestaat het leespubliek al merendeels uit vrouwen en ben ik ook bang dat de literatuur de zorg, het onderwijs en de rechtspraak achternagaat; dat het vooral iets van vrouwen wordt. Ik hoop dat de meerstemmigheid doorzet maar dat daarin de stemmen van mannen blijven klinken.”

Benieuwd naar de ontvangst van deze derde?
“Zeker. Ik heb een gesprek gehad met studenten over de eerste versie van mijn boek en die voelden zich er door aangesproken. Die vonden het heel woke. Dat was verrassend. Je ziet jezelf toch als een oudere mopperpot, dus ik zag dat wel als een compliment.”

De romans lezen nu als een drieluik. Is dit de laatste?
“Voorlopig wel, voorlopig wil ik lezen.”

Minke Douwesz
Het laatste voorjaar
Van Oorschot; 332 blz. € 23,50


Minke Douwesz komt na 14 jaar met een nieuwe roman

We moeten er nog even op wachten, maar op 15 februari 2023 verschijnt een nieuwe roman van Minke Douwesz. In 2003 verscheen haar debuut Strikt en in 2009 de roman Weg, dus het werd ook wel weer eens tijd. Het laatste voorjaar heet de nieuwe roman.

Verlies en verandering kenmerken het leven. Minke Douwesz schetst in haar derde roman de gebeurtenissen die Ese Jelles, lerares Duits, 53 jaar oud, van de ene dag op de andere haar baan doen opzeggen en op de fiets laten stappen, weg van huis, met een hoofd vol malende gedachten. Onderwijsvernieuwing en de dood van haar geliefde Martie zijn de duidelijke aanleidingen voor deze plotselinge stap. Maar er speelt meer. Afwisselend op fietspaden door Duitsland en Polen – richting het huis van Ese’s grote held Anton Tsjechov, in Jalta op de Krim – en in haar hoofd en haar verleden, toont Douwesz in haar typerende stijl hoe het besluit tot deze reis genomen werd. En waar het toe leidt.

15 juli 2022 Tzum.info


 

Minke Douwesz weet wel wat er anders moet. Maar het is zovéél